Verhalen

Het Aalster Philipsdorp

Op een doodgewone donderdag vertrok mijn vader op zijn fiets naar het werk en kwam niet meer thuis. Hij overleed in zijn werkkamer in het Philips Natlab. Ik was tien. Ruim dertig jaar later duik ik in zijn verleden en doe ontdekkingen. Zo blijkt dat ik in mijn jeugd naast een Philipsdorp woonde.

" "

Gloeilampen

Op het moment dat mijn vader bij Philips in dienst trad, bestond het bedrijf bijna zeventig jaar. Wat in 1891 startte als de gloeilampenfabriek van Gerard Philips was in de jaren zestig van de vorige eeuw uitgegroeid tot een bloeiende, internationale onderneming. Behalve innovaties op het gebied van verlichting had de Philipsradio het licht gezien en was de televisie in 1960 goed voor een derde van de omzet. Zonder het Natuurkundig Laboratorium, liefkozend het Natlab genoemd, hadden geen van deze innovaties de markt bereikt.

Natuurkundig laboratorium

Gilles Holst, een jonge natuurkundige uit Haarlem, had in 1914 in opdracht van Gerard Philips een laboratorium voor gloeilamponderzoek opgezet. Kort daarop breidde Holst het onderzoek uit naar andere gebieden: experimenten met gasontladingen, röntgen- en radiobuizen, grammofoonspelers en scheerapparaten. Negen jaar later, in 1923, verhuisde het Natlab naar een speciaal voor het laboratorium ontworpen gebouw aan de Kastanjelaan in Eindhoven. Al snel bleek het gebouw te klein voor het groeiend aantal scheikundigen dat het bedrijf aannam. In 1963 verhuisde het lab opnieuw, dit keer naar een nieuwgebouwde campus in Waalre, pal ten zuiden van Eindhoven. Ten tijde van de verhuizing was mijn vader drie jaar in dienst.

Philips

Zonder dat ik mij dit indertijd realiseerde, speelde Philips een aanzienlijke rol in ons dagelijks leven. Uiteraard als werkgever van mijn vader – zijn werk was zijn lust en zijn leven – maar ook als leverancier van de apparaten die wij in huis gebruikten. Uit de lijst met ‘roerende goederen behorende tot de nalatenschap van wijlen de heer W.J.A. Goossens’ blijkt dat zowel de stereo geluidsinstallatie als de kleurentelevisie en de wasautomaat van het merk Philips waren.

Aalst

Het huis waarin ik opgroeide werd ook gebouwd door Philips. Na jaren van huren werd mijn vader op zijn drieënveertigste eigenaar van 300 m2 land in het dorp Aalst, sinds 1923 onderdeel van de gemeente Waalre. In januari 1976 plaatste hij zijn handtekening onder de koopakte en aannemingsovereenkomst van kavel nr. 48 in het nieuwbouwplan ‘Ekenrooi’. Op het perceel is sindsdien een ‘herenhuis met centrale verwarming en garage overeenkomstig tekening en omschrijving van Philips Woning- en Grondbedrijf te Eindhoven’ verrezen. In juni betrokken mijn ouders het nieuwe huis aan de Van Egmondlaan en in oktober van het jaar daarop werd ik geboren.

Philipsdorp

Op veel grotere schaal speelde Philips een rol in de ontwikkeling van Eindhoven en omstreken. Een van de bekendste invloedssferen is de woningbouw. In 1909 kocht het bedrijf een pachthoeve met zes hectare land en tien hectare omliggende akker- en weilanden in de buurgemeente Strijp. Daar verrees het Philipsdorp en later het Drents Dorp waar arbeiders uit Drenthe en hun gezinnen gehuisvest werden.

Philipswoningen

In Philips’ Wonderland beschrijft NRC-journalist en publicist M.J. Brusse zijn rondgang langs talloze Philipswoningen. Brusse reisde naar het ‘eenvoudig Brabantsch stadje van deze licht en leven en gemeenzaamheid over de aarde verwekkende industrie’ om te zien hoe in dat ‘simpele provinciestadje de groote actie leeft om ’t licht te laten schijnen over de donkere aarde, en door den aether heen de troostende gemeenschap te brengen van de menschelijke stem en van de muziek tot aan de eenzaamst uit de wereld verdoolden’. Een gids leidde hem rond. … ‘Nog altijd zijn we niet klaar met onzen rondrit door de gebieden, waar Philips woningen laat neerzetten. Nu brengt mijn gids mij naar het dorp Aalst. Op vier K.M. van de werkplaatsen zijn er honderd aardige huisjes in wording, die over één à twee maanden betrokken zullen worden.’

Aalster Philipsdorp

In mijn jeugd ben ik op weg van en naar school ontelbare keren langs die aardige huisjes gewandeld, gefietst en gereden zonder dat ik wist dat het een heus Philipsdorp was. Bouwen in Aalst, buiten de grenzen van de groeiende stad, was een test om na te gaan of het hier goedkoper kon. Eindhoven stelde hoge en daardoor dure eisen aan het bouwrijp maken van de grond. Het bleek haalbaar: zes keer zo goedkoop.

Gen.magazine

Dit is een bewerking van de oorspronkelijke tekst. Het volledige artikel is gepubliceerd in Gen.magazine van het Centrum voor familiegeschiedenis.

Voetstappen uit het verleden

De aarde verbergt velerlei schatten die de moderne mens een blik op het verre verleden gunnen. Archeologen doen hun best deze voorwerpen boven water te krijgen. Scherven, speerpunten, sieraden, resten van kleding en botten. Heel soms ontdekken zij zoiets vluchtigs en ongrijpbaars als voetstappen.

Het merendeel van de voetstappen die een mens in zijn leven zet blijven niet bewaard. Hoogstens in het geheugen van een stappenteller maar de afdrukken zelf zeker niet. Toch is er af en toe sprake geweest van buitengewone omstandigheden waardoor voetstappen van onze voorouders bewaard zijn gebleven.

" "
Voetstappen in het zand (foto: Wikimedia Commons)

Lees verder in het Hunebed Nieuwscafé

Napjesstenen: prehistorische vijzels of toch offerstenen?

Het neolithicum of jonge steentijd is de prehistorische periode waarin de overgang plaatsvond van een bestaan als jager-verzamelaar naar een sedentair boerenbestaan. Dankzij opgegraven voorwerpen uit deze periode hebben we een idee hoe dat nieuwe leven eruit zag. Al roepen sommige objecten juist vragen op, zoals in het geval van de mysterieuze napjesstenen.

In Noordwest-Europa begon de jonge steentijd rond 5.300 v. Chr. Belangrijke innovaties waren het gebruik van nieuwe gereedschappen zoals geslepen bijlen en het bakken van aardewerk. In Noord-Nederland waren het de mensen van de Trechterbekercultuur – van ca. 4350 tot 2700 v.Chr. – die zich settelden in min of meer permanente nederzettingen en een primitieve vorm van landbouw bedreven. Hun naam danken zij aan de karakteristieke vorm van het aardewerk dat zij gebruikten.

Meerdere napjes op een van de grafstenen van het grafveld Balnauran of Clava in Schotland (foto: Wikimedia Commons)

Lees verder in het Hunebed Nieuwscafé

Stinkende gouwe – een geneeskrachtig kruid met een luchtje

Lang voordat farmaceuten medicijnen ontwikkelden, hadden huishoudens al kennis van de geneeskrachtige werking van sommige planten. Het gebruik van planten zoals duizendblad, kamille en populier vindt zijn oorsprong in de prehistorie. De toepassing van andere planten zoals stinkende gouwe volgde later.

Stinkende gouwe (Chelidonium majus) is een manusje van alles. Volgens de volksgeneeskunde biedt deze plant verlichting bij uiteenlopende kwalen. Toch heeft wetenschappelijk onderzoek tot op heden nog geen officiële erkenning als geneeskrachtig kruid opgeleverd.

De heldergele bloemen van de stinkende gouwe (foto: Saxifraga/Ed Stikvoort)

Lees verder in het Hunebed Nieuwscafé

‘Alsof men alles loslaat’

Achteraf bezien klinkt de titel van zijn laatste dichtbundel als een voorbode van zijn dood. In de zomer van 2018 verscheen Alsof men alles loslaat en op 19 december van datzelfde jaar overleed Michaël Slory. Veelal geroemd als Surinaams grootste dichter, maar ook bekend om zijn sjofele, voorovergebogen gestalte slenterend door de straten van Paramaribo om zelfgedrukte dichtbundels te verkopen.

Michaël Slory (foto: Werkgroep Caraïbische Letteren)
Verder lezen ‘Alsof men alles loslaat’